BIKE TIRE MAINTENANCE

Fietsbandonderhoud

Stel je voor dat je deelneemt aan de Tour de France? Of misschien is fietsen avontuurlijker dan een ritje naar de winkel? Wat je stijl ook is, fietsen is bewezen een gezonde activiteit en een betrouwbaar vervoermiddel. Om het maximale uit je ritten te halen, is het echter verstandig om de staat van de banden, wielen en remmen regelmatig te controleren. Ze hebben af ​​en toe wat aandacht nodig om optimaal te blijven presteren.

Niemand wil er immers achter komen dat er een ernstig probleem met zijn fiets is nadat hij of zij al op reis is. Problemen die niet worden opgelost, kunnen een rit vroegtijdig afbreken of, erger nog, uw veiligheid in gevaar brengen. Om de kans hierop te minimaliseren, raden we een effectieve strategie aan, waarbij voorkomen beter is dan genezen. Hier zijn enkele eenvoudige en gemakkelijke tips voor het onderhoud van fietsbanden, gebaseerd op onze uitgebreide ervaring in de ontwikkeling en productie van fietsbanden, om u gemoedsrust te geven.

21

HOUD DE JUISTE BANDENSPANNING AAN


Controleer de bandenspanning door in de banden te knijpen. Een goede vuistregel is om de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning te volgen (deze staat in reliëf op de zijkant van de band) en deze naar eigen voorkeur aan te passen.

Een lage bandenspanning hoeft je rit niet per se te verpesten, maar een te lage bandenspanning kan de wegligging en stabiliteit beïnvloeden. In extreme gevallen kan het leiden tot bandenschade, bandenslijtage, velgschade of zelfs lekke banden. Bij een te hoge bandenspanning kun je zelfs elke kleine oneffenheid in de weg voelen. Dit kan te hard zijn voor je comfort, vooral bij lange ritten in het zadel.

Een andere goede reden om de bandenspanning te controleren, is dat de binnenband van een buitenband na verloop van tijd langzaam leegloopt. Als je merkt dat er in een paar dagen tijd een flinke drukval is geweest, wijst dit op een langzaam lek in de binnenband. Uiteraard moet je dit lek lokaliseren en repareren voordat je aan je volgende rit begint.

CONTROLEER DE REMMEN


Effectief kunnen remmen met je fiets is absoluut cruciaal voor je veiligheid. Ervan uitgaande dat je velgremmen hebt in plaats van hydraulische remmen, is de eerste test om de wielen te laten draaien om te controleren of de remblokken niet tegen de velgen schuren. Knijp vervolgens elke remhendel één voor één in om te controleren of de remblokken het remoppervlak goed raken en niet tegen de band schuren. Zo niet, dan moet je de remklauwen opnieuw centreren.

Een ander punt om in gedachten te houden is de hoogte van het remblok. Deze kan na verloop van tijd veranderen, omdat het blok slijt en de remarm verder moet bewegen om het dicht bij de velg te brengen. In bepaalde gevallen kan het blok scheeflopen met het remoppervlak van de velg, waardoor een lip ontstaat die tegen de wang van de band schuurt en erdoorheen snijdt.

Oefen ten slotte voldoende druk uit op de remhendels, zodat de wielen volledig tot stilstand komen. De hendels mogen het stuur niet raken. Als de reactie te traag aanvoelt, zijn kabelaanpassingen zeker noodzakelijk.


CONTROLEER HET BANDENLOOPVLAK


Controleer het loopvlak van je fietsband op slijtage. Kijk of je kerven of sneetjes ziet en of er niets scherps tussen het loopvlak vastzit dat een lekke band zou kunnen veroorzaken. Het is een eenvoudige procedure om vastzittende stukjes vuursteen, grind of steen te verwijderen.

Controleer ook de zijwanden van de fietsband op scheuren of bobbels. Een scheur kan uiteindelijk zo groot worden dat de binnenband naar buiten begint te bollen en de integriteit van de band aantast. Deze moet dan vervangen worden.

Belangrijk om te weten is dat de achterband van een fiets sneller slijt dan de voorband, afhankelijk van de gewichtsverdeling van de fietser. Als je een platte plek of een kaal canvas midden op het loopvlak ziet, is het zeker tijd voor vervanging.